Afval in zee kent geen grenzen
Al tijdens haar studie zocht Marijke Boonstra naar manieren om plastic zwerfafval tegen te gaan. Het blijkt het begin van de rode draad in haar carrière. Inmiddels zijn we zeventien jaar verder en werkt ze als senior beleidsmedewerker zeewaterkwaliteit bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Haar visie is helder: ‘Uiteindelijk draait het om de bronaanpak. De kraan dichtdraaien: dáár valt het meest te halen.’
Marijke Boonstra
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Het milieu en de natuur hebben Marijke altijd geïntrigeerd. En vooral het water. Geen wonder: haar vader werkte bij de marine. ‘Hij vertelde altijd mooie verhalen over wat hij boven en onder water had gezien.’
Een schone Noordzee gaat Marijke dan ook na aan het hart. Eerder werkte ze als projectleider Schone Zee bij Stichting De Noordzee, in 2023 maakte ze de overstap naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Hier werkt ze aan stevig beleid voor een sterke Noordzeenatuur.
We monitoren de stranden, de zeebodem, en nu ook de rivieren
‘Het uitgangspunt voor mijn werk is de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie’, vertelt Marijke. ‘Deze Europese richtlijn gaat over bescherming, behoud en herstel van het mariene milieu. Én over duurzaam gebruik van de Noordzee.’ Een breed werkveld, geeft Marijke toe. ‘Ik focus me vooral op vervuiling van de Noordzee. Denk aan zwerfafval dat in zee terechtkomt, maar ook nutriënten en vervuilende stoffen als PFAS.’
Waar zit het probleem?
Om effectief beleid te kunnen maken, zijn feiten essentieel. Daarom bestaat er al meer dan 20 jaar een speciaal monitoringsprogramma. Marijke: ‘We meten hoeveel afval er in de zee aanwezig is. We monitoren de stranden, de zeebodem, en nu ook de rivieren. Ook doen we onderzoek naar de maaginhoud van stormvogels: is daar plastic in te vinden, en zo ja: hoeveel? Met al die uitkomsten hebben we betrouwbare gegevens in handen om goed beleid te formuleren. We laten zien waar het probleem zit en stellen concrete doelen.’
Top 5
Het beleid richt zich op de meest gevonden soorten afval. ‘Samen met belanghebbenden gaan we aan de slag. Hoe komt het afval in het water terecht? En gebeurt dat zonder intentie, of met opzet?’ Marijke noemt een voorbeeld: vispluis. Dat zijn plastic draadjes die in trossen onder visnetten uit de bodemvisserij hangen. Het vispluis beschermt visnetten tegen slijtage, maar breekt zelf makkelijk af en komt dan in zee terecht.
‘Gelukkig weten we dat vissers openstaan voor een alternatief voor vispluis. Maar dat moet er dan wel zijn. Binnen deze context ontwikkel ik, samen met stakeholders, een routekaart voor de uitfasering van vispluis. Ook andere Europese landen werken hieraan, want we kunnen dit niet alleen. Samen gaan we hier écht een slag slaan!’
Internationale samenwerking
Die internationale samenwerking is een ander belangrijk onderdeel van haar werk. Marijke vertegenwoordigt ons land in diverse internationale werkgroepen die werken aan de aanpak van afval in zee. En dat is hard nodig, want afval in zee kent geen grenzen. ‘Afval dat hier in zee terecht komt, kan via de zeestroming in Zweden aanspoelen.’
Iedereen is verantwoordelijk
Tegelijkertijd richt Marijke zich met campagnes ook op doelgroepen dicht bij huis. ‘We spreken een divers publiek aan op hun verantwoordelijkheden. Met de toolbox sigarettenfilters richten we ons op rokers die sigarettenfilters op stranden achterlaten. Het programma Schone Stranden is bedoeld voor gemeenten, strandondernemers en strandbezoekers. En het programma Visserij voor een Schone Zee richt zich op de beroepsvisserij, havens en afvalverwerkers. Ik werk met heel veel verschillende doelgroepen samen. Dat maakt dit werk ook zo leuk!’
Grote stappen
‘We doen veel, maar het kan altijd beter’, vat Marijke samen. ‘We hebben iedereen nodig om het afvalprobleem op te lossen: van bedrijven tot milieuorganisaties en burgers. Ik ben ervan overtuigd dat als we met elkaar de bron aanpakken, we heel grote stappen kunnen zetten. Tegelijkertijd blijven we zwerfafval opruimen waar dat nodig is. Je ziet dat grote opruimacties als de Beach Cleanup Tour bewustzijn creëren. Dat bewustzijn zorgt op z’n beurt weer voor extra vraag naar bronbeleid – zo werkt alles op elkaar in.’