Wat er niet is, hoeven we ook niet op te ruimen
In haar vorige baan als beleidsadviseur bij een woningcorporatie, zag Eva Sprinkhuizen hoe belangrijk een schone leefomgeving is voor het woonplezier van mensen. Als beleidsmedewerker Schone Stad maakt ze zich (‘Samen met een heleboel collega’s!’) sinds een jaar hard voor een schoon Den Haag. En daarbij zet ze vooral in op preventie. ‘Ons nieuwe beleid bevat 50 concrete acties die bijdragen aan minder afval in de stad en een groot deel daarvan is gericht op het voorkomen.’
Eva Sprinkhuizen
Beleidsmedewerker Schone Stad
Toen Sprinkhuizen in 2022 aan de slag ging bij Schone Stad, was Den Haag al flink actie aan het voeren op het schoonhouden van de stad. Zo was de campagne Schoon, doen we toch gewoon? er al. Die campagne is inmiddels gemeten en blijkt zeer effectief te zijn. In het nieuwe beleidsplan Aanvalsplan Afval – dat juli 2023 is gepubliceerd en de komende 4 jaar van kracht is – is de campagne dan ook weer opgenomen. Sprinkhuizen: ‘Wel gaan we hem iets opfrissen. Zo willen we meer jongeren bereiken. En we gaan meer wijkgericht informeren, zodat bewoners zich beter herkennen in de communicatie.’
Aanvalsplan Afval
In het nieuwe beleidsplan staan maar liefst 50 actiepunten opgenomen die moeten bijdragen aan een schonere stad. In die punten ligt veel nadruk op preventie, want wat er niet is, hoef je ook niet op te ruimen. Sprinkhuizen: ‘Zo wil de gemeente gaan samenwerken met verhuurders die hun huurders informeren over afvalvoorzieningen en afvalregels. En door samenwerking met het Mobiel Informatiepunt kunnen we onze boodschap in meerdere talen verspreiden.’ Maar ook prijsvragen en het uitdelen van afvalknijpers waarmee buurtbewoners hun eigen wijk kunnen opruimen, moeten gaan bijdragen aan een schonere stad.
Samenwerken
Omdat Den Haag dichtbij zee ligt, zijn er extra maatregelen opgenomen voor het schoonhouden van de stranden. Want eenmaal in zee ben je het zwerfafval kwijt. Sprinkhuizen nam hiervoor contact op met andere strandgemeenten, zowel aan zee als met een strand in het binnenland. ‘We wisselen ervaringen uit waarmee we van elkaar leren’, legt ze uit. Samenwerken met andere gemeenten doet ze ook tijdens overleggen met de G4 en de Landelijke werkgroep Zwerfafval.
Blikjes en petflesjes
Bij de landelijke werkgroep staat momenteel de Europese Single Use Plastic-richtlijn (SUP-richtlijn) hoog op de agenda. Sprinkhuizen: ‘Een van de nieuwe regels is dat producenten van wegwerpplastic moeten meebetalen aan het opruimen en verwerken daarvan (uitgebreide producentenverantwoordelijkheid). Maar hoe bereken je zoiets? Daarvoor moesten veel Nederlandse gemeenten een lijst invullen. Het is fijn om dan sparringpartners te hebben.’ Ook statiegeld op blikjes is een actueel onderwerp. Zeker nu die positieve ontwikkeling in met name grote steden neveneffecten heeft. Voor statiegeld worden afvalbakken doorzocht of zelfs opengebroken waardoor er juist afval op straat belandt.
Overheidsbeleid
Sprinkhuizen: ‘We zijn met veel gemeenten op zoek naar een oplossing hiervoor. Zo experimenteren de G4-steden met doneerringen: een rek met ringen aan de prullenbak waarin mensen flesjes of blikjes kunnen achterlaten. Tegelijkertijd zou het beter zijn om aan de voorkant deze regeling aan te passen. Bijvoorbeeld door het statiegeld zo hoog te maken dat mensen de blikjes niet meer weggooien. Of door meer innamepunten te realiseren.’
Peukenmachine
Met het geld dat de gemeente Den Haag volgend jaar ontvangt als gevolg van de UPV, overweegt zij extra in te zetten op het opruimen van peuken. Vooral op het strand zijn ze lastig op te ruimen. ‘Elke sigarettenpeuk vervuilt 8 liter water. En door het plastic in de filter duurt het jaren voordat zoiets vergaat’, zegt Sprinkhuizen. ‘Handmatig al die peuken opruimen is natuurlijk niet te doen. Daarom overwegen we om te investeren in kleine veegmachines speciaal voor fijn zwerfafval, zoals peuken. Maar ook hier geldt: voorkomen is beter.’