Zwerfafvalcongres 2024: meer impact door samen doen
Woensdag 20 november vond in Utrecht het Zwerfafvalcongres 2024 plaats. Zo’n 270 aanwezigen dompelden zich in de Jaarbeurs onder in ambities, inzichten en een netwerk van zwerfafvalexperts. Deze eerste editie van het congres markeerde Het begin van het einde van zwerfafval. Maar ook: een aanzet om vooral meer samen te doen. ‘We doen al heel veel dingen goed. Juist daarom is het zo belangrijk om samen te werken en kennis te delen.’
Die boodschap wordt al tijdens de congresopening gedeeld, als Jaap Slootmaker in gesprek gaat met dagvoorzitter Marcel Collignon. Slootmaker is directeur-generaal (DG) Water en Bodem bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en vraagt aandacht voor de veelzijdigheid van het onderwerp.
‘Binnen alle onderdelen van IenW speelt zwerfafval een rol. De collega’s van Milieu en Internationaal zetten zich bijvoorbeeld in voor het vraagstuk van zwerfafval in brede zin. En bij Water en Bodem houden we ons bezig met zwerfafval in rivieren en de Noordzee.’ Die verwevenheid maakt dat je geen knip moet zetten, vindt Slootmaker. ‘Je kunt niet zeggen: precies op dit punt houdt de zwerfafvalaanpak op land op en begint de verantwoordelijkheid voor de watercollega’s. Dat is vanuit milieuoogpunt onwenselijk. We werken met z’n allen samen op dit onderwerp.’
Natuurlijk schuurt dat wel eens. ‘Zeker als je nagaat dat er geen wettelijke verantwoordelijkheid is voor het opruimen van zwerfafval. En dat er niet altijd duidelijke budgetten aangewezen of beschikbaar zijn.’
Het gebeurt voor onze ogen
Toch zijn de tekenen gunstig, vindt Marijke Boonstra, senior beleidsmedewerker zeewaterkwaliteit bij het ministerie van IenW. ‘Ik merk dat er steeds meer mensen bezig zijn met zwerfafval’, vertelt ze aan tafel bij Collignon en Slootmaker. ‘Niet alleen bij de overheid, maar ook in de samenleving. We hebben te maken met een aantrekkende meewind. We betalen inmiddels voor plastic tasjes, we gebruiken geen plastic bekers meer op kantoor, de statiegeldregeling is uitgebreid. We zien de transitie voor onze ogen gebeuren!’
Omgevingswet: kansen voor slimme samenwerking
Ook in de deelsessie over de Omgevingswet staat samenwerking centraal. Sprekers Guido van den Ende (Rijkswaterstaat) en Wim Tijssen (zelfstandig adviseur Omgevingswet) vertellen hoe je met het beleidsinstrument ‘programma’ ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving kunt uitwerken. Ingewikkeld? Welnee!
Het college van B en W stelt zo’n programma binnen de Omgevingswet vast. Dat biedt vervolgens de mogelijkheid om samenwerking te organiseren voor overleg met én betrokkenheid van relevante partijen, zowel binnen als buiten de gemeente. Iedere aangesloten partij pakt vervolgens haar deel in de uitwerking. Bijkomend voordeel: door de samenwerking in een programma vorm te geven, zorg je dat-ie automatisch terugkomt in de beleidscyclus. ‘En je voorkomt met dit instrument dat je alles rondom de zwerfafvalopgave met nieuwe lokale regelgeving moet proberen op te lossen. Een niet-juridische route verdient toch de voorkeur?!’ besluit Van den Ende.
Effectief op elk niveau
Na de lunch verzorgt cabaretier Hans Sibbel een humoristisch intermezzo. De oplossing voor het zwerfafvalprobleem volgens Sibbel: ‘We moeten ons als groep verantwoordelijk voelen voor onze omgeving.’ En terwijl de zaal luid applaudisseert, lopen de volgende sprekers alweer het podium op. Vier verschillende gebiedsbeheerders gaan onder leiding van de dagvoorzitter in debat. De vragen die centraal staan: waar heb je behoefte aan om effectief samen te werken aan zwerfaval? En op welk niveau moet die samenwerking dan plaatsvinden?
Boa’s, beheerders en beleidsmedewerkers
Tom Bouw van de gemeente Eindhoven kijkt daarvoor binnen de gemeente – boa’s, beheerders en beleidsmedewerkers – maar ook daarbuiten, in de VNG-expertgroep zwerfafval. Niel de Jong (hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) kiest voor regionale samenwerking. ‘Je hebt elkaar nodig om het probleem in kaart te brengen,’ zegt hij daarover, ‘en om afspraken te maken over verantwoordelijkheden.’
Dennis Hermans werkt bij de provincie Noord-Brabant en richt zich vooral op evenementen. ‘Met carnaval ligt de ene stad vol bekers, de andere werkt met een retoursysteem en is nagenoeg schoon. Dat laat zien: we doen al heel veel goed, en die kennis moeten we delen!’
Renate Tempelaars van Staatsbosbeheer is ook positief: ‘In mijn werkgebied, de Biesbosch, merk ik dat mensen heel graag willen helpen met opruimen. De urgentie is er, net als de bereidwilligheid.’
10.000 euro
Vanuit die visie blikt de zaal terug op een waardevolle dag, vol nieuwe inzichten en hernieuwde energie. Dat geldt zeker voor de gemeenten Kampen en Vijfheerenlanden, die deze middag een cheque ter waarde van 10.000 euro mee naar huis nemen. Hun plannen voor een effectieve en preventieve aanpak van zwerfafval langs rivieren zijn vandaag als winnaars uit de bus gekomen.
2025: netwerkbijeenkomst Zwerfafval
Wil je weten hoe Kampen en Vijfheerenlanden hun ideeën precies gaan vormgeven? En wat die hebben opgeleverd? Houd dan de nieuwsbrief Zwerfafval in de gaten voor de netwerkbijeenkomst Zwerfafval, die Schouders onder Schoon in 2025 organiseert. Daar kun je de winnaars misschien wel persoonlijk naar de resultaten vragen. En krijg je de kans om de energie, visie en ambitie voor een zwerfafvalvrije toekomst vast te houden!